vrijdag 2 september 2016

Interview Rick in EO's Visie: "Het contact met mensen ontstaat spontaan"

Zo af en toe dan vangt een tijdschrift op wat wij in Villa Klarendal aan het doen zijn. In het programmablad Visie van de EO deze week een artikel over hoe wij in de wijk zijn komen wonen en hoe Villa Klarendal is ontstaan.
 
Veel leesplezier hier.
 

donderdag 28 april 2016

Een inclusieve gemeenschap

Ìk werd een tijd geleden getroffen door een woord. INCLUSIEF. Iemand zei tegen mij: "jullie zijn een inclusieve gemeenschap". Ik moest daar even over nadenken. En heb het in het digitale woordenboek opgezocht.

En het klopt. We zijn niet exclusief. Het tegenovergestelde. Waarin mensen worden uitgesloten. Waarin voorwaarden worden gesteld om ergens bij te horen. "Jij mag bij ons horen als je hier en daar aan voldoet". En als je er niet bij hoort, hoor je er niet bij.

Wij denken en doen anders. Iedereen die erbij wil horen, mag erbij komen. En sterker nog: wij kijken over gemeenschapsgrenzen heen. Zo was er eens een kennis die bij ons vrijwilligerswerk wilde doen. Zijn ervaring vanwege opleiding lag op het terrein van groen en jongerenwerk. Hadden we daar nu juist heel weinig werk voor binnen Villa Klarendal. Maar er was wel een plek bij de groengroep van een andere wijkorganisatie. Dus hadden we hem in contact gebracht met die organisatie. En ja hoor: een maand later was hij heel enthousiast aan het werk in het groen van de wijk.

Inclusief werken, dat is dus: niet alleen denken aan jezelf, maar ook aan anderen. Dat is: leven met iedereen die je tegenkomt. Meedenken met wie het moeilijk heeft, ongeacht zijn afkomst, geloof of wat voor geaardheid dan ook.

Als mensen ons vragen van wat voor geloof we zijn, denken ze snel in denominatie. En verwachten ook zo'n antwoord: protestants of katholiek of misschien zelfs pinkstergemeente of baptistengemeente. Maar ik zeg dan steevast: we zijn een WIJKgemeenschap. Als er dan echt iets exclusiefs aan onze gemeenschap is, is dat het een gemeente voor de wijk is. Pastoraat of diaconaat of welke andere religieuze -aat dan ook is niet gericht op de eigen geloofsgemeenschap, maar op de wijk als geheel.

Inclusief. Iedereen mag er bij horen. "Iedereen mag komen zoals hij is", zeggen we altijd tegen elkaar. Met zijn of haar leuke kanten, maar ook met zijn of haar moeilijke kanten. En dan komt de moeilijke kanten van inclusiviteit naar voren. Want je verwelkomt wel makkelijk mensen die makkelijk zijn in de omgang. Maar wat als die ander heel vervelend is, niet doet wat jij normaal vindt, zich heel vreemd opstelt of dingen zegt of doet die helemaal tegen jouw eigen opvoeding of normen ingaan. Dan wordt inclusiviteit moeilijk. Dan is er toch weer de neiging om de ander te corrigeren. Wat op zich niet verkeerd is, want als het slecht gaat met iemand die dat niet door heeft is het juist goed om te corrigeren. Maar mag die ander ook de ruimte krijgen om te veranderen? De tijd krijgen om het anders te gaan aanpakken?

Dan komt de werkelijke waarde van gemeenschap naar voren. Want in een grote exclusieve gemeenschap kun je de ander makkelijk ontlopen. Die mijd je gewoon. Daar heb je toch niets mee? Maar in een kleinere groep is dat moeilijker. Daar kom je die ander toch telkens tegen. Kun je die ander dan toch liefdevol benaderen? Om zelf moeite te doen die ander te aanvaarden zoals hij is?

Leuk woord. Inclusief. Maar in de praktijk van alledag binnen een kleine groep soms heel erg moeilijk. Maar we blijven ervoor gaan.

zaterdag 23 april 2016

Nieuwe wegen in Villa Klarendal

Uit mijn laatste column in Friesch Dagblad blijkt wel dat er veel is veranderd in Villa Klarendal. De basis van de christelijke gemeenschap staat. Er is onderlinge verbondenheid. Er is het verlangen om God te zoeken. Er zijn relaties in de wijk waarin ook leden hun plekje hebben gevonden. 

Als pionierende leidinggevenden worden we nu soms gewezen op vraagstukken waar we geen antwoord op hebben. Waar blijven de roosters voor de komende maanden? Hoe kunnen we mensen helpen verder door te groeien in discipelschap midden in het leven en de wijk? We zien een verlangen naar verdieping waar wij geen antwoord op kunnen geven.

Daarom zijn we nu een proces ingegaan om het leiderschap te vernieuwen en te verbreden. Dat stelt ons voor interessante vragen waar we eerder niet op waren gekomen. Leiderschap heeft immers invloed op de cultuur van de gemeenschap. We zijn nu een inclusieve gemeenschap. Verwacht je van nieuwe leiders dat ze zich ook zo opstellen, of mogen zij hun eigen visie daarop hebben? 

Ook de vraag naar wat leiderschap nu wel of niet is, is interessant. Zijn mensen uit het eigen midden geschikt om leiding te nemen? En heeft een ontkennend antwoord te maken met onze eigen visie op leiderschap? Want veel christenen denken bij leiders aan hoogopgeleide mensen, die gewend zijn aan de vergadertijgerende cultuur in ons land. Kunnen hulpverlening ontvangende mensen geen leiders zijn? 

Het zijn vragen waar we niet uit zijn en waar we op zijn Villa Klarendal's mee omgaan: zoekend en tastend gaan we door op de ingeslagen weg. We hebben mensen uit de gemeenschap onze zoektocht al voorgelegd en weten dat dit nu ook hun zoek(en vooral gebeds)tocht is geworden.

En binnenkort organiseren we een open avond om geïnteresseerden kennis te laten maken met Villa Klarendal. Interesse om deel te worden van Villa Klarendal? 2 Juni staat voorlopig gepland. Neem contact op.

donderdag 31 maart 2016

Column Friesch Dagblad 87 (de laatste): einde van een nieuw begin

Afgelopen jaar vierden we met Villa Klarendal ons 10-jarig bestaan. Tijd om terug te blikken. Is er in die tijd iets veranderd, of is alles hetzelfde gebleven?

We begonnen experimenteel met nauwelijks een voorbeeld in Nederland. En ook nog gemengd: met een team van Youth for Christ doordeweeks en een vrijwilligersteam in de avonduren en in de weekenden.

We begonnen in onze wijk de plannen bekend te maken.“Helemaal geen behoefte aan” was de reactie. “Dergelijke zeepkistenchristenen die de wijk wel even zouden bekeren en daarna weer snel doortrekken, pasten niet in hun werkwijze.” Dus gingen we zonder toestemming van de wijk aan de slag.

Met vele jongeren kwamen we in contact tijdens de Youth for Christ tijd. Een deel daarvan kwam ook naar de vieringen. Toch waren die vieringen vrij vaak eenrichtingsverkeer. Wij werkten en vertelden. De bezoekers consumeerden en ontvingen. En vonden het prachtig wat wij allemaal deden. Een restaurant met bediening met daarna vrijwillige pastores die je ook nog geestelijk bedienden. Heerlijk in een woord. Voor de bezoekers.

Maar voor ons was het pezen. ’s Morgens vroeg op zondag klaar staan en als echtpaar om en om het praktische deel dan wel de vieringen verzorgen. Mooi pionieren. Waarbij ik denk aan de momenten dat we voor het eerst werden geconfronteerd met de waterleiding die buiten de deur de hoofdkraan had. Waardoor we tijdens de eerste strenge winter prompt een bevroren waterleiding hadden. Dat werd geïmproviseerd door met jerrycans water vanuit ons huis naar het pandje te sjouwen. En toen we dat eenmaal wisten, lieten we de kraan tijdens vorstmomenten zachtjes druppelen.

Alle tijd werd in die eerste periode opgeslokt door het nieuwe werk. Doordeweeks naast het werk met mensen bezig en voorbereiding voor de praatjes. In het weekend de voorbereidingen voor de zondag en de vieringen. En niet te vergeten de afruiming met het schoonmaken van de wc, die niet altijd erg schoon werd achtergelaten, en het zuigen van de zwarte vloerbedekking die altijd was bedekt met eierresten, wat het zuigen zo heerlijk makkelijk maakte.

Vijf jaar geleden kwam de grote ommekeer. Het project van Youth for Christ werd doorgestart als christelijke wijkgemeenschap, een lokale kerkgemeenschap. We moesten gaan nadenken over echt gemeente-zijn: doop, avondmaal (maaltijd van Jezus), lidmaatschap. Allerlei vragen kwamen boven waar we ons nog nooit over hadden gebogen.

Terugkijkend is er veel ten goede veranderd. Het eerste pionieren onder de vlag van Youth for Christ is voorbij. We hebben er een supervisiegroep naast gekregen om te sparren over het werk. Dat was in die eerste periode niet mogelijk, waardoor we op elkaar als teamleden waren aangewezen. En dat was zeker niet altijd makkelijk.

Verder zien we dat onze plek in de wijk is verdiept. Vroeger moesten we leuren om onszelf bekend te maken en om te kunnen meedoen met activiteiten. Nu merken we steeds vaker dat we bij activiteiten gevraagd worden. “Want jullie zijn belangrijk in de wijk”. Wat een verschil met die eerste periode. We hebben nauw contact met welzijnsorganisaties en met het inloopcentrum van de katholieke kerk. Wat ook komt doordat we midden in de wijk zitten, in het multifunctionele centrum, waar de anderen ook verblijven.

Binnen de gemeenschap zien we ook groei. We hoeven het niet meer alleen te doen. Rondom ons is een “leidersschaps-plus” groep ontstaan van ongeveer tien mensen die zich medeverantwoordelijk voelen voor het werk van Villa Klarendal. Niet alleen meer consumenten, maar steeds meer mensen die op allerlei niveaus meedenken over het wel en wee van onze gemeenschap. Er is eigenaarschap gekomen bij die tien extra.

Zo kom ik tot de conclusie dat er een einde is gekomen aan het nieuwe begin. De eerste periode van puur pionieren is afgelopen. De pioniersgemeenschap heeft plaatsgemaakt voor een continue gemeenschap van ongeveer vijftig mensen die wekelijks bij elkaar komt. Dat is ook de reden dat de redactie heeft gemeend dat aan deze column een einde kan komen. Er komen andere vragen, die horen bij een reguliere kerk of gemeente. Dat wil niet zeggen dat we niet meer pionieren. O, zeker niet. We zien nog heel veel nieuwe uitdagingen. Op gebied van multiculturele contacten. Bij de yuppen in de wijk. Bij de culturele modemensen in de wijk. Allemaal groepen in de wijk die we nog niet bereiken.

En dan spreken we nog niet over nieuwe wijken waar we inmiddels ook een bruggenhoofd in hebben en waar zo maar een nieuwe Villa van start zou kunnen gaan. Wilt u daarover blijvend worden geïnformeerd, surf dan naar mijn blog http://missionairarnhem.blogspot.com of naar http://www.villaklarendal.nl.

Villa Klarendal is ook op facebook en twitter te vinden.

Dus ik neem hier als columnist afscheid van u. Maar blijf gewoon doorgaan in het werk dat ooit is gestart. God verandert niet. Hij staat aan de basis van het werk. Hij zal het ook voortzetten. Met mij. En straks ook zonder mij.

woensdag 30 maart 2016

Interview in Friesch Dagblad vandaag: Pionieren, blijf steeds bij jemissie

Vandaag is een interview met mij, samen met mijn laatste column, verschenen in Friesch Dagblad (http://www.frieschdagblad.nl/index.asp?artID=71046). Lees hieronder de tekst ervan.
Ruim zeven jaar schreef missionair gemeentestichter en buurtpastor Rick Jansen in het Friesch Dagblad over het gemeentestichtingsproject Villa Klarendal in Arnhem. Inmiddels is het een zelfstandige kerkgemeenschap geworden. In zijn laatste column blikt Jansen terug op de afgelopen tien jaar in de Arnhemse achterstandswijk. 
Toen hij met zijn vrouw in Klarendal begon, bestond er nog weinig op dit gebied. ,,Er waren een paar initiatieven van gemeentestichting in Nederland, maar die deden dat op de 'oude manier’: plaats leden van je gemeente in een andere wijk, en begin daar als kerk opnieuw", vertelt Jansen. ,,Er werd vooral van binnen de kerk naar buiten gedacht, in plaats van te beginnen bij de wijk zelf."
Jansen kwam in die tijd twee mensen tegen die op een geheel andere wijze bezig waren: Matthijs Vlaardingerbroek die een christelijke gemeente was begonnen in een volkswijk in Den Haag en Daniel de Wolf die een gemeenschap stichtte in een achterstandswijk in Rotterdam. ,,Bij hen zag ik wat het betekent om kerk en christen in de wijk te zijn. Deel uit te maken van de wijk, en aan te sluiten bij de behoeften die daar leven."
Jansen verdiepte zich ook in de Fresh Expressions in Groot-Brittannië en de emerging church-beweging uit de Verenigde Staten, die beide experimenteerden met nieuwe kerkvormen. Hij was erbij betrokken toen de emerging church-beweging begin 2000 ook overwaaide naar Nederland. ,,Er werd een begin gemaakt van het omploegen van de aarde in christelijk Nederland. Er kwamen mensen op af die interesse hadden om nieuwe vormen van kerk-zijn op te zetten, maar niet wisten hoe ze moesten beginnen. Daar heeft deze beweging een rol in gespeeld. Het motto was: doe het zoveel mogelijk met de gevestigde kerken, maar wacht niet langer, begin met experimenteren."
In de afgelopen tien jaar is de term missionaire gemeente een veelgehoord begrip geworden. In 2012 bestempelde de Protestantse Kerk in Nederland pionieren tot een van haar speerpunten. ,,Na een eerste lichting van pioniers zag je meer initiatieven ontstaan. Naast de PKN zien ook andere kerkverbanden en organisaties missionaire gemeentes niet meer als iets vreemds, maar hebben ook zij dit 'binnengehaald’."
Geen geld
Jansen is blij met de toegenomen aandacht voor pionieren en missionair gemeente-zijn. Wel signaleert hij dat er in het algemeen bij pioniersgemeenten vrij veel geld gaat naar de aanstelling van pioniers. Dat draagt vaak niet bij aan de continuïteit van een nieuw initiatief, ziet hij. ,,Een punt van discussie is hoe snel zo’n nieuwe gemeente zelfstandig is. De PKN ging bij de eerste pioniersplekken uit van een termijn van drie jaar. Al snel was duidelijk dat dat absoluut niet lukte. Ik heb elders gezien dat sommige pioniersplekken weer verdwenen omdat er geen geld meer was voor de aanstelling van de pionier. Een fulltime kracht die de kar trekt is wat mij betreft geen goede ontwikkeling."
Jansens advies is: zorg ervoor dat je met een team verantwoordelijk bent voor een kerkplanting. ,,Eventueel met een parttime betaalde pionier. Juist wanneer je met vrijwilligers werkt, vraag je sneller mensen uit de wijk om mee te helpen, waardoor je doelgroep eerder participeert in de (kerk)gemeenschap."
Bovendien moet je voorkomen dat alleen afgestudeerde theologen in het kerkplantingswerk terecht komen, meent Rick Jansen. ,,Onze ervaring is dat je wel twee jaar nodig hebt om zelf een denkverandering mee te maken. Om niet vanuit je eigen achtergrond in de wijk te werken, maar om echt vanuit de wijk te leren denken. Je moet als het ware je eigen achtergrond vergeten en je helemaal identificeren met de mensen in de wijk. Voor net afgestudeerde theologen, die vooral theoretische scholing hebben gehad, is dat vaak niet gemakkelijk. Het gevaar bestaat dat je toch weer met vieringen begint die te hoog gegrepen zijn, of dat je te veel verwacht van mensen."
Jansen pleit daarom voor een combinatie van theologen en mensen die een baan in de samenleving hebben. Cruciaal is wat hem betreft: wonen in de wijk. ,,Anders ben je geen deel van het geheel, maar een professional die de wijk even binnenkomt, maar ook weer verlaat." 
Geen vreemde
Begin niet zelf met het organiseren van allerlei activiteiten, maar probeer zoveel mogelijk op plekken in de wijk te zijn waar mensen al zijn, adviseert Jansen. ,,Dat scheelt tijd, en het zorgt ervoor dat je op een natuurlijke manier contact krijgt met mensen." Zo werd hij zelf jaren geleden computerdocent in het wijkcentrum in Klarendal. ,,Dat was een bestaande activiteit van een welzijnsorganisatie. Je leert mensen kennen en bent niet meer een vreemde van buitenaf, maar een bekende van binnenuit. Je ontmoet hen. Het gaat over ditjes en datjes, over de dingen uit het dagelijks leven. Van daaruit kom je ook tot diepere gesprekken en raken mensen soms geïnteresseerd om naar Villa Klarendal te komen voor een viering. 
Een valkuil voor elke kerkplanting of pioniersplek is dat die zich na verloop van tijd toch weer meer naar binnen richt. ,,Wij hebben in Villa Klarendal drie speerpunten: de wijk, gemeenschap en leven met God. Geregeld zie je de neiging ontstaan om meer gericht te zijn op gemeenschap en pastoraat, dan op de wijk. Natuurlijk zijn die twee belangrijk, maar je moet niet vergeten dat de wijk net zo belangrijk blijft. Want daar ligt uiteindelijk je missie."

zondag 20 maart 2016

God in Nederland: ervaring met present zijn in de wereld

Ik las vandaag een interview op NieuwWij over het rapport "God in Nederland". Een interessant interview. Een interessant rapport.

Er blijkt in Nederland veel onzekerheid te zijn rondom religie. Daarover zegt de geïnterviewde:
Ik denk niet dat je onzekerheid kunt repareren met een mooie boodschap. Wel kun je mensen laten zien dat jouw traditie, jouw verhalen, heel veel diepgang hebben. Zonder dat je er op uit bent om ze met waarheden te overspoelen. Belangrijker nog is dat kerken gaan doen, present zijn in de wereld. Voordoen heeft meer invloed dan voorschrijven. De pioniersplekken zijn wat dat betreft goed op weg denk ik.

Villa Klarendal bestaat al 10 jaar en kan als zo'n pioniersplek worden gezien die al iets verder op weg is. Midden in de wereld zijn en daar als kerkelijke gemeenschap aanwezig (present) zijn. En nog steeds leren we bij.

Present zijn betekent wat ons betreft: samenwerken met wijkorganisaties. Geen pretenties hebben dat wij het wel even vertellen en doen. Luisteren naar anderen met meer ervaring in de wijk. Ruimte geven aan mensen om ons te leren kennen en met ons te eten. Ruimte geven aan wijkbewoners om alleen met ons te eten en hen niet verplichten om deel te nemen aan onze vieringen. Vieringen die zijn aangepast aan de leef- en denkwereld van wijkbewoners. 

Die ervaringen wil ik graag delen. En heb daar nu ook meer tijd voor. Neem rustig contact op als je er eens iets meer over wilt weten. Ik kom graag iets vertellen. Of laat je graag onze mooie wijk zien!

woensdag 24 februari 2016

Column Friesch Dagblad 86: De naakte waarheid: eng of bevrijdend?

"Op zijn zondags gekleed". "Er paasbest uitzien". "Je zondagse gezicht opzetten". Zomaar wat uitdrukkingen over onze eerste dag van de week, waar wij als christenen zoveel waarde aan hechten.

"Er heerst hier geen code zoals in andere kerken". "Het lijkt wel of iedereen maar wat doet". "Ik voel dat ik helemaal mezelf mag zijn. Gewoon, zoals ik praat, als ik een keer baal, als ik lol wil maken". "Ik voel me hier naakt. Mag hier helemaal mezelf zijn". Zomaar wat uitspraken die we de afgelopen jaren bij Villa Klarendal te horen kregen.

Het geeft te denken. De gedragscodes die veel kerken kennen, zijn onderdeel van de cultuur. Niet opgelegd, maar onbewust doe je eraan mee. Want "zo hoort het toch?" Wie naar de kerk gaat, gaat toch mooi gekleed? Want je gaat toch voor de Heer(e)? En Die mag je toch eren met het beste wat je hebt? Maar het beste wat je hebt, wordt blijkbaar materieel ingevuld. En met die mooie buitenkant ontstaat vanzelf een bekleding van jezelf, waardoor je jezelf niet meer laat zien.

"Ik voel mij naakt". Een prachtige uitspraak van een van de bezoekers. Als een Eva die na de zondeval zichzelf en haar man Adam bekijkt en tot haar schrik de naakte waarheid met andere ogen bekijkt. Mooi is dat. Wie bij ons komt, mag zonder poespas of opsmuk zichzelf laten zien. "En wie ben jij?" lijkt de vraag te zijn die onderhuids gesteld wordt. En dat ben je helaas niet gewend als je uit een gemiddelde Nederlandse kerk of gemeente komt.

Daar gaat het meer over vragen als "ben je wel bekeerd", "doe je wel de goede dingen", "zie je er goed uit", "ben je wel vervuld of gedoopt in de Geest". Vragen die de buitenkant en voor een deel de binnenkant raken. Maar die blijkbaar niet het gevoel geven dat je er bij mag horen of totaal jezelf mag zijn. Er is toch vaak sprake van bedekking. Zoals Adam en Eva hun naakte lichaam bedekten met vijgenbladeren, bedekken wij ons met regels en wensen, waardoor wij de naakte waarheid van onszelf niet hoeven te laten zien. In onze wijk komen we veel "probleem"mensen tegen. Die komen ook bij ons. Zij voelen zich vaak in het hokje van "probleem" gezet. Waar zij bij ons zich weer "mens" voelen. Een mens met een probleem.

Ik had het daar deze zondag nog over met mijn mee etende buurtgenoot. Welk mens heeft geen problemen? Iedereen heeft ze. Alleen hebben hoger opgeleiden geleerd ze een plek te geven. Of ze netjes te verstoppen. In die zin is iedereen een "probleem mens". Wat blijkt als je mensen voorstelt een coach te nemen? Hun eerste reactie is: ik heb toch geen probleem? Hoe vaak heb ik in christelijke kerken niet meegemaakt dat iemand geen problemen had, totdat hij ineens verkondigde te gaan scheiden, in zware financiële problemen bleek te zitten of zonder vooraankondiging zich van het leven beroofde.

Wat zou het heerlijk zijn om eens geen masker op te hoeven doen. Te komen zoals je bent. Eng. Maar na verloop van tijd bevrijdend. Met Jezus als voorbeeld: “Kom tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal je rust geven.”

woensdag 10 februari 2016

Bijdrage kerken in denken over armoede

Gelezen in Friesch Dagblad 23 januari 2016

Kerken in Nederland geven een waarschuwingssignaal af: er dreigt in ons land een nieuwe verzuiling. Niet met levensovertuiging als onderscheidend element, maar arm en rijk. Het aantal mensen dat in financiële problemen zit en/of heel grote moeite heeft om het huishoudboekje op orde te houden, groeit. De omvang van het probleem is groot; nu zit ruim 10 procent van de Nederlandse huishoudens in de probleemzone en dat percentage groeit. De waarschuwing van de kerken is niet de eerste.

Maatschappelijke organisaties en enkele politieke partijen zeggen het al gedurende een aantal jaren. Maar de waarschuwingen helpen niet - de kloof tussen rijk en arm wordt groter. Er kunnen veel genuanceerde verhalen worden gehouden over wat armoede in Nederland is, over het accepteren van verschillen in inkomens en van welstand. Die verhalen blijken vaak te werken als een gordijn van mist. In het publieke leven, bijvoorbeeld in media en in de politiek, wordt in verhouding weinig aandacht besteed aan de problemen die een stempel drukken op veel gezinnen.

Een kenmerk van de ´oude´ verzuiling was het gebrek aan contact tussen de zuilen. Gereformeerde kinderen speelden niet met katholieke kinderen en kinderen uit socialistische gezinnen speelden met geen van beiden. In de nieuwe verzuiling is ook sprake van het langs elkaar leven van de armen en de rijken. De armen zijn vooral met hun ´kleine´ dingen bezig: kan ik een cadeautje kopen dat mijn kind kan meenemen als het voor een verjaardagsfeestje is uitgenodigd? De andere zuil, die van de welgestelden, bedenkt zo´n vraag niet eens. De beter gesitueerden hebben andere vragen: welke caravan zullen we kopen? Of: wordt het niet weer tijd voor een nieuwe, bijdetijdse jas?

Tussen beide groepen groeien vervreemding en verharding. Er ontstaan over en weer stereotype beelden, waarin van de ´anderen´ vaak een karikatuur wordt gemaakt. De arme kant van Nederland delft in veel opzichten het onderspit. Sociale contacten worden minder, armen nemen steeds minder deel aan de samenleving, ze zijn minder gezond en ontwikkelen wrok en onverschilligheid jegens de samenleving. De gevolgen zijn, zo blijkt steeds weer uit onderzoek, ernstig en langdurig. Kinderen lopen achterstanden op in het meedoen in de samenleving en ze ontwikkelen een gevoel van onmacht, berusting en apathie. En van verzet tegen de heersende klasse. Ook in de politiek. Dagelijks zien ze hun houding gerechtvaardigd; de politiek rekent vooral naar zichzelf en ´doet maar´. De VVD-plannen voor luxe huizen in de duinen zijn een sterk voorbeeld.

Meer dan 10 procent van de huishoudens heeft dagelijks een financiële strijd en de VVD bedenkt mooie woningplannetjes, voor rijke mensen. De kerken zijn niet de eerste die aandacht vragen voor Nederlanders die niet kunnen meekomen. Maar hun bijdrage is meer dan welkom. De kerken hebben immers een eigen verhaal over verantwoordelijkheid naar mensen zelf en naar andere mensen. En de kerken hebben een verhaal dat nergens anders te krijgen is, namelijk het verhaal van rechtvaardigheid, met als spits barmhartigheid.

donderdag 21 januari 2016

Column Friesch Dagblad 85: Geloof gericht op heel het leven

Wij willen holistisch leven". Dit is nog steeds een van de hoofdwaarden van de christelijke wijkgemeenschap VillaKlarendal. Een term die een beetje ‘eng’ klinkt voor de gemiddelde christen, die het al snel associeert met de New Agebeweging die aan dit begrip een eigen invulling heeft gegeven. ‘Integral mission’ heet het in de zendingswetenschappen en dat komt dichtbij wat wij bedoelen. Het leven in zijn totaliteit als christen leven en elk aspect daarvan als waardevol accepteren. Niet het geestelijke staat centraal, maar alle aspecten van het leven zijn even belangrijk, waarbij het geloof natuurlijk een belangrijke basisvoorwaarde is.

Zo kan het zijn dat mensen bij ons komen met financiële vraagstukken, met moeite op sociaal gebied, met huisvestingsvraagstukken. We vinden het belangrijk, wuiven het niet weg met een geestelijk sausje als ‘we zullen ervoor bidden’. Nee, we bidden ervoor en kijken met mensen hoe de vraagstukken het beste opgelost kunnen worden. En meestal hebben wij niet de oplossing, maar wel een van de instanties met wie we samenwerken.

Ik zie een nieuwe beweging ontstaan die het omgekeerde lijkt te zeggen. Aanbid God met heel je hart (wat betekent: zing liederen en kom in een bepaalde sfeer), laat Hem je leven leiden. En bid Hem voor alles en het zal ook gebeuren. Mooi, prachtig, geweldig dat men zo radicaal wil leven. Maar ook eenzijdig en alleen gericht op het geestelijk/spirituele deel van het leven.

Zo had mijn vrouw last van hevige spierpijn. Een vriend van onze zoons hoorde het en opperde ervoor te bidden. Want dan zou de spierpijn wel weggaan. Tja, maar God heeft het lichaam gemaakt om te werken én te rusten. En spierpijn is een manier van het lichaam om ons te melden dat er even rust moet worden ingebouwd. Door God ingegeven waarschuwingsmechanismen die we niet te vuur en te zwaard als geestelijke strijd met gebed te lijf moeten gaan.

Ik vind dit altijd lastig. Want ik gun mensen een radicale omgang met onze hemelse Vader. En ik zal de laatste zijn om te oordelen over het geloofsleven van anderen. Toch vind ik het jammer dat een nuchtere kijk op het leven van alledag en het besef dat God alles heeft gemaakt tot zijn eer daardoor soms teniet wordt gedaan.

Zo zie ik soms vreemde mengelingen ontstaan. Milieu lijkt voor sommige christenen een tweederangs aangelegenheid. Want God zorgt toch wel voor ons, waarom zouden wij dan nog voor die omgeving moeten zorgen? We ‘praisen’ erop los in onze zondagse samenkomst, terwijl de wijk waar de kerk samenkomt op overlevingsstand staat. En dan bidden we dat ‘die mensen’ snel bij ons binnen mogen komen. Het enige wat de wijk van ons ziet en hoort zijn de zondagse wekkerdiensten waar niet iedereen blij mee is en de auto’s die her en der geparkeerd staan in de toch al overvolle wijk.

Holistisch, integraal leven. Dat is mét mensen leven. Niet naast hen. Oog hebben voor de pijn en moeite van alledag. Dat niet weg praisen en worshippen. Maar samen de pijn ervaren, beleven en kijken hoe het beste hulp kan worden geboden.